donderdag 4 februari 2010

Toos en Truus

Toos en Truus zijn collega's en allebei gescheiden en daardoor gefrustreerd.
Toos, 37 jaar, heeft drie kinderen van vier vaders, van de middelste weet ze niet wie de vader is. Ze had ooit sex met 2 broers en is van één van de twee zwanger geworden, ja en nu lijkt het kind op beide. Voor een DNA-test heeft ze geen geld.
Met haar drie kinderen, Rosanna van 18, Ronaldo van 10 en Jermaine van 4 houdt ze geen geld meer over.
Toos werkt daarom fulltime. Thuis heeft ze een vriend die liever lui dan moe is. Hij werkt niet en doet aan bankhangen en met de afstandsbediening ligt hij meestal onderuit filmnet te kijken.
Toos heeft hem 4 jaar terug leren kennen toen ze zwanger was van de jongste.
Toos is ook maar gestopt met kinderen maken. Haar nieuwe vriend heeft ook niet zo'n zin in kinderen, hij heeft er al drie bij drie andere vrouwen die hij nauwelijks ziet.

Truus is 42 en heeft twee kinderen van één man, Marcello van 22 en Sjonnie van 21.
Haar ex heeft nooit alimentatie betaald waardoor Truus fulltime moest werken en later zijn de jongens zelf gaan werken, beide dealen ze in drugs aan huis, want op zichzelf wonen doen ze niet, ze hebben geen geld, dat jassen ze er in de kroeg al doorheen.
De politie heeft regelmatig invallen gedaan.
Gelukkig heeft Truus geen strafblad want het dealen was vooral als Truus aan het werk was en dus 'wist Truus er niks van'.
Truus heeft op dit moment geen relatie, ze date zo af en toe met iemand die ze via internet leert kennen maar meestal zijn het losers. Zegt ze.

Truus en Toos hebben dus een gefrustreerd leven.
Beide proberen ze hun werk te doen maar regelmatig melden ze zich ziek: probleempjes thuis, kinderen ophalen op het politiebureau, kinderen ziek, kinderen met problemen op school en verder zijn ze weinig thuis voor de opvoeding waardoor dat een puinhoop is geworden en de kinderen een eigen leven gaan leiden.
Dus uiten ze hun frustraties op werk. Daar staan ze bekend als de zeikende kwektantes. Als de ene ouwehoert heeft de andere ook wat te ouwehoeren.
Hun collega's krijgen er een punthoofd van. Maar die durven er niet veel meer van te zeggen, het gebeurt regelmatig dat de zeikende kwektantes uit hun bol vliegen.
Van beide heeft Toos de grootste mond, zo klein als ze is zo veel meer herrie produceert ze. Ooit noemde haar collega Erik haar luchtalarm. Nou die had het geweten, Toos produceerde een hoop scheldwoorden en daar mocht hij het mee doen.
Toen Erik haar vroeg uit welk woordenboek deze woorden kwamen, in die van hem kwamen ze niet voor, werd ze nog woester.
Op hoge poten liep ze naar Truus en is ze gaan uitjanken. Hij had haar 'voor alles uitgemaakt'.
Toos praatte zich zielig bij Truus en Truus ging uit haar dak. En zo wekte ze medelijden op en Truus is Truus niet om het voor Toos op te nemen.
En zo onstond de heksenjacht van Toos en Truus.

Toos en Truus lieten het er niet bij zitten en besloten medelijden op de wekken bij hun collega's. Toos pastte het verhaal een beetje aan, hier en daar wat verzinsels erbij, want het moest zieliger overkomen dan het al was en zo creëerde Toos samen met Truus een netwerkje mensen die medelijden kregen. Dat lukte ze goed en zo hadden ze binnen een paar weken een lekker clubje die hun verhaaltjes slikten als koek. En zo kregen Toos en Truus de macht in handen. De roddels gingen over en weer, grote lol dat ze hadden.

En zo hadden Toos een Truus toch eindelijk een leuk leven en samen rookten ze er nog een sigaretje op voor de deur van het werk, onder het mom van: 'en wie gaan we vandaag pakken?'