dinsdag 23 februari 2010

Hendrick

Utrecht 1569.
Hendrickje is vier jaar.
Hij speelt buiten op het plaatsje voor de deur bij het atelier van zijn vader. Hendrickje mag met het overgebleven hout spelen.
Hendrickje stapelt stukjes hout op elkaar, past stukjes in elkaar en haalt zijn vader er steeds bij voor zijn goedkeuring.
Sinds zijn 2e jaar speelt Hendrickje met resthout.
'Goed zo', zegt zijn vader. 'Je wordt ooit nog eens een wereldberoemde architect'.
Van zijn vader, Cornelis, heeft hij geleerd hoe je stukjes hout op elkaar moet stapelen en hoe je er iets moois van kunt maken.
Zijn vader is zelf meester-meubelmaker en hij wil dat Hendrickje hem opvolgt.

Als Hendrick oud genoeg is mag hij lessen volgen bij de Utrechtse beeldhouwer Cornelis Bloemaert. Daar leert hij de technieken en alles wat te maken heeft met bouwen.

Begin jaren 90 van de 16e eeuw gaan Hendrick en Cornelis samen naar Amsterdam. En in 1595 wordt Hendrick stadsarchitect en stadssteenhouwer in Amsterdam.
Hij is druk bezig met teken en bouwen.
Zo ontwerpt hij het Oost-Indisch Huis, het Bestuurs- en administratiekantoor van de voormalige V.O.C. in Amsterdam. Dit was klaar in 1603.
Hendrick is hardstikke trots en tekent en bouwt steeds meer.
Hij begint aan de Westerkerk en de inmiddels beroemde Westertoren en particuliere huizen.

In 1618 gaat hij naar Delft en herbouwt het afgebrande Delfstse stadhuis waarvan alleen de middeleeuwse toren was overgebleven.
En hij gaat naar Deventer en werkt mee aan de Bergpoort.
In 1619 krijgt de Rotterdamse Laurenskerk een houten spits, door Hendrick gemaakt.
Naast de kerk staat een beeld van Erasmus die door Hendrick is ontworpen.

Op 15 mei 1621 overlijdt Hendrick de Keyzer op zijn verjaardag op 56 jarige leeftijd.
Hij ligt begraven in de door hem ontworpen Zuiderkerk in Amsterdam. Zijn grafsteen ligt er nog steeds.
Jaren en eeuwen onder de grond, verstopt, onzichtbaar en niet iedereen wist het nog.
Zonde dachten sommigen.
De man was wereldberoemd en heeft zoveel werken en kunsten op zijn naam staan.
Als je in het centrum van Amsterdam staat en je draait jezelf 360 graden in de rondte, heb je al minstens één kunstwerk van Hendrick gezien.
Nee, deze man mag niet onzichtbaar blijven.

En hedendendage kun je in de Westerkerk in Amsterdam zijn grafzerk weer zien.
En zo 'leeft' Hendrick voort...

Verhaaltje voor het slapengaan - Brandweerauto

Ceesje heeft van zijn papa en mama een super coole brandweerauto gekregen. Een grote rode trap brandweerauto waar hij zelf in kan zitten en besturen.
Ceesje wil meteen rijden.
Hij springt erin en roept: 'mama, papa, kijk eens!!!!'
Hij drukt op de grote rode knop en de brandweerauto zegt:'tet tuut tet tuut'.
Ceesje gaat hard trappen en de brandweerauto gaat vooruit.
'Ik ga naar Daan, dag pap, dag mam', zegt Ceesje.
Papa en mama zwaaien naar Ceesje. 'Voorzichtig hoor Ceesje', zeggen papa en mama.
Voor de deur bij Daan drukt Ceesje op de grote rode knop: 'tet tuut tet tuut'.
Daan komt naar buiten. 'Coole brandweerauto Ceesje', zegt Daan.
'Ga je mee rijden?', vraagt Ceesje aan Daan. En Daan klimt in de brandweerauto. En samen rijden ze door de buurt.
Bij het speeltuintje zien ze hun vriendjes. Ceesje drukt weer op de grote rode knop:'tet tuut tet tuut.
De kinderen zien de brandweerauto.
'Wat een coole brandweerauto', roepen de kinderen door elkaar.
Achter in de bak kunnen vier kinderen en ze springen erin.
En vrolijk rijden ze door de buurt. Tet tuut tet tuut.
En plezier dat ze hebben.
Het begint al laat te worden, het is etenstijd. Ceesje zet iedereen thuis af. 'Tet tuut tet tuut' doet hij als hij weg rijdt.
Netjes op 6 uur is hij thuis. Papa en mama wachtten al voor de deur.
Ceesje springt uit de brandweerauto. 'En nu heb ik honger', zegt Ceesje tegen papa en mama.
Ceesje gaat eten en vroeg naar bed, morgen weer een dag.