dinsdag 19 januari 2010

Deel 8 van zeep soep - dinsdag 19 januari

Inke heeft nog een dagje vrij: shopping time.
Het is mooi weer, nou ja, grijs maar geen regen, Inke stapt op de fiets naar de Leyweg, tulpen halen, 50 rode voor maar 5 euro. Das weer mooi geregeld.

Vandaag shoppen, Inke heeft een verjaardag komend weekend. Na een ware trektocht door de stad is het toch gelukt een kado te kopen.
Inke kreeg behoorlijke trek en had wonderbaarlijk trek in McDonalds en dat terwijl Inke anti McDonalds is. Deze keer maar een frietje en een BigMac.

Inke komt een vriend van vroeger tegen, ze hebben elkaar misschien al 10 jaar niet gezien. Ze kletsen wat bij en hij komt op het fantastiche idee om een biertje te gaan drinken. Dat kletst beter.
En daar gaat Inke met Joep naar de Zwarte Ruiter en bestellen ze allebei een Leffe.
Joep kent ze van school, ooit nog van de MTS op de Leyweg. Inke was één van de weinige meisjes en Joep één van de weinige jongens die een meisje op een MTS niet gek vond, zodoende dat ze in klas altijd samen zaten en na school de kroeg in doken.
Eénmaal van school hebben ze elkaar nauwelijks nog gezien.
Joep werkt nu als aannemer voor een goed bouwbedrijf. Inke is een tijdje opzichter geweest maar het werk beviel niet en is er mee gestopt.

Nadat ieder twee Leffe's op hebben gaan ze naar huis, Joep naar vrouw en kinderen en Inke naar Niek. Niek komt tegen 18 uur thuis, Inke heeft beloofd voor hem te koken. Nu is Niek een kipfreak en Inke niet, gelukkig heeft Inke al in de Mc gegeten.
Eigenlijk heeft ze niet zoveel zin in Niek vanavond, dus gaat ze alvast voor hem koken, als het klaar is laat ze een briefje achter: even in de magnetron en je kunt het eten, voel me niet lekker, ben naar huis.

Inke maakt er TV-avond van, met de poes op schoot lekker voor de buis.

Volgende keer deel 9 van zeep soep

Bij de kapper

Als je mijn straat uit loopt en de brug overgaat, zit daar een kapper.
Die zit er al best lang.
Vroeger, tussen de 15 - 20 jaar geleden ging ik er heen. Twee Surninaamse meisjes knipten mij, ene keer de ene, andere keer de andere.
Ze waren toen nogal modebewust, zodat één mij eens een kuifje gaf, dat was 'in'. Niet voor mij, dat wou ik niet, dus ik riep meteen: 'nee niks, weg ermee'. Tot verbazing van de dames, want dat was toch mode? Jaha, zeker maar ik doe daar niet aan mee.

Op een dag kwam er een oudere mevrouw binnen, ik schatte haar eind 60. Lang grijs golvend haar en zo te zien heeft het een tijd geduurd voor deze dame de kapper heeft gevonden.
Uiterlijk kwam ze niet netjes over, dikke gebreide trui en een grote volle plastictas van de Appie Hein bijzich. Beetje schichtig en naar beneden kijkend.

De meisjes kapsters keken wat vreemd op, zo ook ik.
Mevrouw vertelde dat haar haar geknipt moest worden. Het ene meisje hield er rekening mee dat het ook maar gewassen moest worden. Ze vraagt mevrouw bij de wasbak te gaan zitten en ik zie dat het meisje haar handschoenen pakt. Nadat ze het haar had gewassen mocht ze terug naar de kapstoel, ze pakte haar Appie Heintas en haalde er een broodje uit en zo begon haar dag bij de kapper.

Deel 7 van zeep soep - maandag 18 januari

Vrij!!!
Inke's vrije dag, shopping time.
Om 12 uur gaan de winkels in de stad open, Inke stapt op de fiets, pakeert deze tegen de kerk en gaat shoppen. Het is uitverkoop, dus lekker goedkoop.

Inke loopt door één van de lugubere zijstraatjes en ziet daar Erwin, hij ligt op de grond en ziet er niet uit, er stroomt bloed uit een wond uit zijn arm. Inke vreest het ergste. Inke geeft een ligt duwtje en vraag wat er is.
Duidelijker kon niet. Erwin was was weer aan de drugs.
Nu was hij de hele week al afwezig, ziek gemeldt.
Zo te zien had ie na een drugsvrije periode teveel genomen. Inke belt 112 en binnen 10 minuten was er een ambulace. Erwin wordt meegenomen naar het ziekenhuis.
Inke geeft haar telefoonnummer aan de ambulancemedewerker, hij zou bellen hoe het met Erwin zou gaan.

Inke gaat verder shoppen.
Nu is het shoppen ineens niet leuk meer. Erwin was ermee gestopt en is zo te zien weer de foute vriendjes tegengekomen.

Inke besluit naar huis te gaan, haalt haar fiets bij de kerk op en fietst naar huis.
's Avonds wordt Inke gebeld door een arts, of Inke even naar het ziekenhuis wil komen.
Inke stapt op de fiets, parkeert deze in het rek en loopt het ziekenhuis in en vraagt naar de dokter.
De dokter vertelt dat Erwin op de IC ligt, slecht ademt en weinig reactie geeft. Als dit langer dan 24 uur duurt zal Erwin als een kasplantje door het leven gaan. Of Inke familie kent.
Nee zegt Inke, zijn moeder is overleden, zijn vader is niets van bekend en geen broers of zussen.
Over familie heeft Erwin verder nooit gesproken.
Zelfs op werk vinden ze niks.

Inke gaat naar huis en besluit op internet het één en ander uit te zoeken.
Inke googled Erwin's naam + geboorte datum en ziet diverse resultaten. Na wat rondkijken ziet Inke een stamboom met Erwin's naam erin.
Erwin had ooit eens gezegd hoe zijn moeder heette en haar naam staat er ook bij, dit moet Erwin's stamboom zijn.
Inke kijkt verder, de stamboom is niet erg groot maar zijn moeder heeft een broer die zo te zien nog leeft, er staat Australie bij.
Inke googled verder en vind een telefoon nummer, Inke gaat bellen, het is daar nu ochtend, dus dat kan best.
Inke krijgt een meneer aan de telefoon. Inke heeft niet voorbereid hoe ze het verhaal moet beginnen dus stelt ze zich voor en vertelt het verhaal.
Deze man is dus de oom van Erwinn, gelukkig, familie, gevonden!!!
De oom van Erwin woont al 30 jaar in Australie maar is zijn familie niet vergeten, zeker kleine Erwin niet, het vrolijke jongetje wat hij toen was.

De oom van Erwin hoort het verhaal aan en maakt zich zorgen. Nu blijkt de oom van Erwin een goede arts te zijn, hij besluit ter plekke dat Erwin naar Australie moet komen. Erwin's oom is specialist en de kans is groot dat Erwin er weer bovenop komt.

De volgende dag wordt alles gereed gemaakt, Erwin gaat met een speciaal ziekenvervoer naar Australie, waar zijn oom alsvast de OK klaar maakt zodat als Erwin aankomt meteen geopereerd kan worden.

Erwin was tot 30 jaar geleden het lievelingetje van zijn oom, Erwin had er toen moeite mee dat zijn oom naar Australie verhuisde.
Om dit goed te maken mag Erwin bij zijn oom in Australie blijven wonen.

Hoe een raar begin van de dag nog raarder eindigd

Gisteren afgesproken met John.
Niet lang voor ik op de fiets stap om naar CS te gaan krijg ik een sms: sorry, bril vergeten en trein gemist, ik kom een half uur later.
Geluk bij een ongeluk dus, iets later staan er twee mannen van de woningbouw voor de deur.
Nu was het feit dat ik vorige week maandag een mail had gestuurd over de veiligheid en sleutels, om daar iets aan te veranderen.
Als John zijn bril niet was vergeten had ik de twee heren gemist, wat toch belangrijk was.
Ivm de twee inbraken eind december en begin januari willen we wat aanpassingen, immers hebben de boeven, waar we zeker van zijn dat beide inbraken door dezelfden zijn gedaan, de sleutels van de buurvrouw gestolen en zij nu vrij toegang hebben. En dat baart zorgen.

Om 11.55 uur besluit ik de pc uit te zetten, ik zat juist Falkenbach te luisteren en om 12 uur scant de pc automatisch en daar had ik ff geen zin in, jammer voor Falkenbach maar die luister in volgende keer weer.
Ik rijd op de Noordwal en opeens schiet me binnen dat mijn pinpas nog in mijn werkbloes zit. Sinds de Postbank ING is geworden zit de pin en chip op 1 pas. Toen het nog Postbank was had ik de chip altijd in mijn werkbloes en de pinpas in mijn portemonee. Nu door die ene pas vergeet ik die wel eens uit mijn bloes te halen, wat erg irritant is.
Dus, ik terug, gelukkig was ik veel te vroeg de deur uit.
Tijdens het naar boven lopen John een sms gestuurd dat ik iets later kom, waarop John terug smst: dat komt me bekend voor...

Mijn plan om mijn fiets alvast in het centrum te stallen en lopend naar CS te gaan moest ik maar vergeten. Fiets gestalt bij boekhandel Van Stockum schuin tegenover CS en ik was maar 4 minuten te laat.

John was al een tijd niet in Den Haag geweest en zo lopen we langs wat winkels. John had één missie: Akkerman, de vulpennenwinkel in de Passage.
Nu ben ik van de gratis pennen; voor iemand die het niet weet: ik spaar pennen maar ik gebruik ze ook. Maar vulpennen van 3000 euro!!!!!!!!! Ik keek mijn ogen uit.

Ik neem John mee door oud Den Haag, Denneweg, Noordeinde enz. We drinken koffie bij de Posthoorn, het sjieke uh chique etablissement van de hoge heren, waar nu ook gewoon vrouwen zitten en de stoelen niet meer heel zijn.
De keren dat ik daar heb gezeten was er altijd wel een doorgezakte stoel of losse tafel, vandaag een losse stoelleuning.
Na de cappuccino vertrekken via de Lange Vijverberg en Jantje (In Den Haag daar woont een graaf en zijn zoon heet Jantje) naar het centrum om ons vervolgens bij de Zwarte Ruiter neer te zetelen voor een cappuccino en Leffe.

Het werd al wat donker en we besloten wat te gaan eten, nu is het maandag en er is weinig open, dus het werd een soort van kruistocht door het centrum.
Uiteindelijk kwamen we uit bij Da Toni, trattoria. Italiaans, niks mis mee. Piepklein tentje en ziet er leuk uit, in de Prinsenstraat.
Tot verrassing hebben ze geen menukaart en in Engels met Italiaans accent vertelt de dame ons wat ze hebben.
Eerst krijgen we broodjes met olie, zout en balsamico, waarvan we ons afvroegen waar de balsamico was....tot de decoratie van het schaaltje begon te bewegen....de donkere streepjes in het schaaltje was niet de decoratie maar de balsamico.

We baarden ons toch wat zorgen, kun je hier wel pinnen? Geen menukaart, geen prijs, wie weet wat we kwijt zijn straks.

We krijgen onze lasagna en ravioli en pasta als voorgerecht, ik spoel het weg met wijn en John met minraalwater, echte, dus geen overbeladen prik maar gewoon weinig prik en aangenaam drinken. Echt Italiaans.

Ik zie plots een een brief je bij de kassa: no pin. Ai, geen pin....en ik denk dat we niet genoeg geld hebben en het ziet er hier ook niet echt goedkoop uit.
Omdat het restaurant een wat in- en uitloop gelegenheid is, niet iedereen blijft netjes zitten, er wordt heel wat heen en weer gewandeld tussen het eten door, buiten roken, vrienden van het personeel lopen in en uit, besloot ik tussendoor maar even te pinnen.

Eénmaal terug vertelt John dat de keuken down is.
Nu hadden we ze al zien vogelen aan wat knopjes, geen idee wat dat was, blijkt er niet gekookt te kunnen worden, of we salade willen. Ach ja, waarom niet.
Zo zaten we dus aan een salade van oa mozzarella, olijven, tomaat en nog wat dingen.
Nog een glas wijn erbij om te spoelen, ik ben geen salade-mens, ik heb dus ook de helft laten staan.

Ik breng John nog een stuk op weg naar CS, het laatste stuk kon ie zelf wel af en ik fiets naar huis, waar ik op de bank in slaap ben gevallen en stomweg mijn favoriete TV serie mis.