woensdag 24 februari 2010

Verhaaltje voor het slapengaan - Het rode fietsje

Daar lag het rode fietsje, in de modder, helemaal zielig en alleen.
Je kon haar horen huilen: 'snif, snif, snik'.
De buurtkindertjes kwamen al aanrennen. De modderpoel was te groot en te diep om het fietsje te redden.
De kinderen stonden om de modderpoel en vonden het allemaal zo zielig.
Suzanne zei: 'we moeten een touw hebben, dan trekken we haar eruit'.
Jelle zei: 'mijn vader heeft vast wel een touw'. En ze rennen allemaal naar Jelle's huis.
Jelle krijgt van zijn vader een heel lang touw en ze rennen met z'n allen terug naar de modderpoel.
Hoe krijgen ze het touw nu om het fietsje?
Annick weet raad: 'Mijn vader kan een lasso maken, kom we gaan naar hem toe'.
Alle kinderen rennen achter Annick aan. Annick's vader maakt de lasso en met de lasso rennen de kinderen terug naar de modderpoel.
Om en om gooien de kinderen de lasso en eindelijk lukt het Jasper om de lasso eroverheen te krijgen. Met z'n allen trekken ze aan de lasso.
Langzaam komt het rode fietsje uit de modderpoel.
En ze trekken aan het touw tot het rode fietsje uit de modderpoel is.
Nu zit ze nog helemaal onder de modder. Ze nemen het fietsje mee naar het huis van Suzanne en zetten het neer in de tuin. Suzanne zet de waterlang erop en al de modder gaat eraf.
Het fietsje begint te lachen. En de kinderen beginnen te juichen.
Het fietsje is de kinderen zo dankbaar dat ze allemaal een rondje mogen fietsen.
Als het donker wordt gaat het fietsje naar huis.

Nachtelijke avonturen

Ik slaapwandel en praat in mijn slaap.
Of ik nu nog slaapwandel weet ik niet helemaal zeker.
Toen ik klein was (of ik ooit klein ben geweest) en nog bij pa en ma woonde betrapte mijn moeder mij wel eens onderweg.
Ooit kwam ze mij op de trap tegen en vroeg wat ik ging doen. 'Emmertje water halen', zei ik.
Mijn moeder is de nuchterste moeder die in deze wereld bestaat en zij schrikt niet zo gauw en was dit al lang gewend. En lijdt mij weer netjes terug naar de slaapkamer.

Deze blog schoot me vanmorgen (toen ik nog in bed lag) te binnen.
In december was ik naar de film Paranormal Activity geweest, waar en vrouw de halve nacht stokstijf naast het bed staat en naar haar man staart.
Het idee dat je in bed ligt en er één de halve nacht naar je staart. Ook al is het je vriend of echtgenoot of kind.
Dat lijkt me geen leuk idee.
Ik dacht meteen: mazzel dat ik alleen woon.

Zo werd ik vorig jaar eens wakker van mijn eigen geschreeuw. Ik betrapte een boef in huis terwijl ik lag te slapen. Ik had niks om te slaan, had alleen een pyjama aan en voelde me weerloos. Dus begon ik maar de schreeuwen.
En daar werd ik wakker van.
Maar goed ook, er was niemand.
Ik heb van de buurvrouw gelukkig niets gehoord. Mogelijk schreeuwde ik niet eens zo hard als ik later dacht.

Zo zag ik eens de buurman in de gang terwijl ik sliep. 'Buurman', riep ik en ik voelde me nogal lullig, zo in bed in pyjama. Ik wou hem het huis uit hebben, ben uit bed gestapt en werd wakker. Geen buurman, gelukkig. Gedroomd.

Zo zie ik wel vaker mensen in mijn slaapkamer, voornamelijk mensen die ik ken, en meestal word ik wakker van mijn eigen geklets en weg is de persoon.

Ik ben alleen bang dat ik ooit slaapwandel en naar buiten ga en ergens wordt aangetroffen ofzo.
Tot nu toe ben ik alleen nog thuis aan de wandel geweest.
Zo ver ik weet.