vrijdag 5 maart 2010

Post Mortem

Ze vonden haar in de sloot. Ze had weinig om het lijf. Alleen een minirokje en een BH'tje, geen slipje en geen truitje.
Zo te zien lag het ook niet in de buurt, misschien was het weggedreven. De zoektocht zal het uitwijzen.
Ze schatten haar niet meer dan 13 of 14.
Toen de recherche arriveerde was het al druk, veel omstanders, ramptoeristen, fotografen en journalisten.
Haar lange bruine haar golfde mee in het water, haar ogen stonden wijd open.
De politie haalde haar uit de sloot en legde haar aan de kant op het gras, de arts constateerde de dood. 'Ergens tussen 4 á 5 uur geleden overleden', zegt de arts.
'Dat moet vannacht tussen 3 en 4 uur zijn geweest', zei de rechercheur. 'Wat doet een meisje van amper 14 om die tijd op straat?' 'Ze hoort in bed en naar school te gaan, niet op straat'.

Het meisje wordt in de bodybag geschoven en naar het mortuarium gebracht voor onderzoek.
De recherche kijkt of er nog iets in de sloot ligt, misschien een tas met ID. Ze lopen met de stroom mee en vinden een tasje en ze halen het uit de sloot.
Een roze tasje met rode hartjes. Ze kunnen het nog net lezen: I love Karim. Staat er met viltstift opgeschreven.
Ze maken het tasje open en vinden een busabonnement, wat geld en een totaal verzopen pakje zakdoekjes.
Op het abonnement zit een foto, een meisje met lang bruin haar. 'Ze lijkt er op', zegt de rechercheur. Ze kijken wat er nog meer op staat. Melody, geboren in 1996. 'Hm, amper 14 jaar'.
Ze stoppen het tasje met inhoud in een plastictas en brengen het weg voor onderzoek.

Het adres staat op het abonnement en ze brengen een bezoek aan het huis. Een verlopen achterbuurt. Het huis ziet er van buiten niet aantrekkelijk uit. Na 4x aanbellen wordt er open gedaan. Een wat verlept uitziende vrouw doet de deur open. "Wa mot je?' 'Ik leg te slapuh'.
'Wij willen even met u spreken', zegt de rechercheur', en zegt dat zij beide van de politie zijn.
De verlepte vrouw schreeuwt wat vieze woorden en gooit de deur voor de heren dicht. 'Kom morgen maar terug', roept ze met de deur dicht, 'en niet voor 5 uur 's middags, ik ga slapen'.
Beide heren bellen nog eens aan maar niks, ze doet niet open.

De volgende dag om 5 uur staan ze weer op de stoep. Dit keer ziet ze er 'iets beter' uit. De roze lippenstift die lichter is dan haar lippen maken naar gezicht flets. De mascara klontert. En ze heeft een babyroze joggingpak aan. Ze lijkt op een oudere versie van het meisje uit de sloot.
De rechercheur vertelt dat ze een meisje hebben gevonden, in de sloot.
Ze reageert nauwelijks. 'Hoe bedoel je?' Vraagt ze.
'Kent u ene Melody?'
'Ja, hoezo?'
'Heeft u een dochter van bijna 14?'
'Ja, hoezo?'
Ze tonen het busabonnement aan de vrouw. 'Dit hebben wij gevonden'. De vrouw schrikt.
'Ja dat is mijn dochter Melody', waarom is het nat?'
Beide rechercheurs vertellen dat ze Melody in de sloot hebben gevonden met weinig om het lijf. En dat ze dood is. Dat ze geen 14 meer zal worden.
De vrouw rent naar de slaapkamer van Melody, ze stormt de kamer binnen en haalt het bolle dekbed weg, er ligt geen Melody, alleen een berg kleding. Wat er uit moest zien als iemand die slaapt.
De vrouw, de moeder van Melody had haar nog niet gemist.
Wanneer had ze Melody voor het laatst gezien? Toch wel een paar dagen geleden.

De patholoog had geconstateerd dat het meisje seks heeft gehad, ook vlak voor de dood. Ze was al lang geen maagd meer.

De moeder werd op het bureau gevraagd wat zij weet, heeft ze een vriendje? Misschien meerdere?
De moeder zegt niet veel te weten. Zij slaapt overdag en haar dochter zat op school en als ze thuis kwam kookte moeder voor beide en daarna ging moeder naar haar werk. Moeder werkte 's nachts, als prostitué. Wat haar dochter overdag en 's avonds verder doet heeft ze geen idee van.

De rechercheurs zetten haar thuis af, ze zien nog net iemand het huis uit rennen, ze zetten de achtervolging in en aan het eind van de straat rijden ze de jongen klem. De rechtercheurs springen de wagen uit en de jongen wordt meteen in de politiewagen gezet. De moeder staat buiten en kijkt wat er gebeurd. De rechercheurs rijden de auto terug naar de vrouw. 'Kent u deze jongen?' 'Nee', zegt ze.
De jongen wordt meegenomen naar het bureau en opgesloten in een cel en later verhoord.
Thuis ziet de moeder van Melody dat het huis overhoop is gehaald, ze mist niks.

Op het bureau wordt bij de jongen zijn zakken leeggehaald en zijn ID gecontroleerd. Karim heet hij. Dezelfde naam die op het tasje staat die ze in de sloot hebben gevonden.
Karim is 18. En in zijn jas zit een mobiele telefoon, een roze met een kettinkje eraan.
De rechercheurs pakken het af en checken wat er allemaal op staat.
'Ik maak je dood', staat er onder de naam van Karim.
Ze kijken nog verder. 'Als je kletst maak ik je af'. 'Je houdt je bek'.
En nog meer van dat soort taal.

De rechercheurs maken een praatje met hem. Karim houdt zijn mond en zegt dat hij dat niet is. Ze bellen met de roze telefoon naar Karim's nummer en Karim's telefoon gaat af. 'Dat is mijn telefoon niet, is van een vriend', zegt Karim.

Karim wordt gedwongen sperma af te geven en bij onderzoek blijkt dat hij de laatste was die iets heeft achtergelaten bij Melody.
De rechercheurs zetten Karim onder druk. Karim bezwijkt en begint te praten.
'De kankerhoer', zegt hij. 'De fokking bitch wou niet meer'. 'Zij werkt voor mij, de hoer moet mij geld geven'.

Karim is schuldig bevonden aan loverboy praktijken en misbruik van jonge meisjes en de moord op Melody.
Melody was bang geworden en wilde niet meer meedoen en Karim begon haar te chanteren.
Melody wilde naar de politie stappen en dat pikte Karim niet.
Dus moest ze dood.

Deel 24 van zeep soep - donderdag 4 februari

Het was gisteren 12 uur geworden voor Inke bij Niek in de winkel aan kwam.
Er lagen ca 50 nieuwe CD's in de winkel van onbekende bands die nog geluisterd moesten worden. Inke heeft de hele middag en avond de CD's beluisterd. Gelukkig kwam Pieter ook nog langs, hij heeft ook mee geluisterd.
Om 8 uur 's avonds hadden ze het alle drie even gehad, de oren toeterden ervan en dan hoor je niets meer goed. Alles wordt één brij. Dus besloten ze pizza te eten bij Roberto, een Italiaanse vriend die een restaurant heeft in de stad.
Roberto hebben ze leren kennen in de CD winkel van Niek. Roberto is behalve kok ook muzikant.
Jaren lang heeft hij opgetreden in binnen en buitenland met zijn band. Toen vond hij zich te oud voor zijn muziekstijl en heeft zijn verdiende geld in een restaurant gestoken. Inmiddels heeft hij wel een andere band, andere soort muziek, 'voor ouderen', zoals hij het noemt. En hij treedt nog vaak op.
Voor het geld hoeft hij het niet te doen, door zijn optredens in die 20 jaar heeft hij veel verdiend, niet opgemaakt maar opgespaard en rente van getrokken. Zo leeft hij van zijn geld. Het restaurant is zijn passie. Van thuis zitten heeft hij nooit gehoord. 'Dat is voor bejaarden', zegt hij.

Tot midden in de nacht hebben ze bij Roberto gezeten en Chianti gedronken. Roberto heeft nog gitaar gespeeld en gezongen. Het was een gezellige boel in het restaurant. De overige klanten hadden er ook lol in.
Er waren twee gasten uit Napels en zij zongen mee en toen ze wat meer hadden gedronken werden er Napolitaanse liedjes gezongen.

En nu, donderdag ochtend is Inke wakker en wederom aan een boterham met pindakaas. Straks late dienst. Eerst boodschappen, bier is op. Heel belangrijk: bier.

Om 3 uur is Inke op werk, ze werkt samen met Suzanne en Katinka, mooi, meidendag, dat wordt gezellig.
De hele avond kletsen en werken ze, het was rustig en de dag verliep lekker.
Jammer dat Katinka weg moet. Zwangere vrouwen zijn niet gewenst. Gelukkig kan ze terecht in de bloemenwinkel van Marjon, veel beter en geen gezeik.
Na de dienst duiken de drie dames de kroeg in. Om 23 uur worden ze afgelost door de nachtploeg, zo, klaar voor een biertje. En de drie dames stappen op de fiets naar de stad.

Volgende keer deel 25.

Deel 23 van zeep soep - woensdag 3 februari

Het was vroeg geworden die ochtend bij Pieter, ze hadden tot 3 uur filmpjes gekeken en bier gedronken.
Inke werd om 10 uur wakker, zette koffie en maakte een boterham met pindakaas en zette de pc aan.
Alweer Nigeriaanse mail, strontziek wordt ze ervan. Vorige keer heeft ze gemaild: leg het geld maar op het politiebureau, dan kom ik het wel halen. Niets meer van gehoord natuurlijk. Alsof iedereen erin trapt.
Als je dollartekens in je ogen hebt, ja dan trap je er in. Gelukkig heeft Inke dat niet.

Niek belt. Of Inke langs wil komen in de winkel. Inke is toch vrij en heeft tijd zat. Regelmatig neemt ze waar als Niek weg moet of het druk heeft.
Deze week zijn er weer veel CD's binnen gekomen van nieuwe bands. Elke zaterdag heeft Niek een radio uitzending. Nu zijn er zoveel CD's dat Inke even mee moet helpen.
Inke stapt op de fiets naar de winkel.
Ze rijdt bijna de straat uit en ziet de overbuurvrouw heen en weer rennen met een schepnetje. Inke stapt af en vraagt wat er is.
'Mijn parkietje is weggevlogen en zit daar in de boom', zegt de overbuurvrouw.
'Sjit', zegt Inke, en zet haar fiets tegen de boom. 'Ik help wel even mee'. Inke schudt aan de boom en het vogeltje vliegt eruit en vliegt een rondje en gaat weer in de boom zitten.
'Ik pak wat voer', zegt de overbuurvrouw. Inke neemt het schepnetje over en de overbuurvrouw loopt naar binnen voor vogelvoer. Inke schudt nog wat aan de boom en het vogeltje vliegt er weer uit, Inke gaat er met het schepnetje achteraan.
Intussen komt de overbuurvrouw buiten met een bakje voer en water.
Het vogeltje zit inmiddels weer in de boom.
Inke geeft het schepnetje terug aan de overbuurvrouw en ze schudt weer aan de boom, hopend dat het vogeltje moe wordt en wil eten en drinken.
Na een tijdje gebeurde dat dus ook. Inke schudde aan de boom en het vogeltje vloog eruit maar een stukje langzamer, het leek wel of hij uit de boom viel. De overbuurvrouw kwam er aan met het schepnetje en het parkietje vloog er zo in.
'Hebbes', zegt de overbuurvrouw, en ze bind het netje dicht. Vlug rent ze naar huis en ziet dat de deur dicht is gevallen en de sleutel ligt nog binnen.
'Sjit', zegt de overbuurvrouw, 'ook dat nog!'
De overbuurvrouw zet het netje met het parkietje op de grond zodat het parkietje kan eten en Inke belt aan bij Pieter, hij kan sloten open krijgen.
Gelukkig is Pieter nog thuis, hij pakt zijn gereedschap en begint aan de deur te rommelen en jahoor, de deur is open.
Overbuurvrouw ook weer gelukkig en ze snelt naar binnen om haar parkietje in zijn kooi te zetten.
Inke stapt op de fiets naar Niek en bedankt Pieter.

Volgende keer deel 24