zaterdag 27 februari 2010

Delirium

Varkens springen over heggen, de koeien zijn geel en blauw. De deur zit dicht maar ik kan er zo doorheen. De lucht is oranje. De wielen van mijn fiets zijn vierkant. Mijn rode fiets is geel. Het stuur zit andersom. Het gezicht van jou zweeft boven mijn hoofd en je romp zit op de bank. Je lacht en uit je mond komen roze spinnen. Ik schop mijn schoenen uit en ze vliegen door het raam, ze krijgen vleugels en veranderen in schapen. Ik zie jou nu tien keer voorbij komen, je gezicht is nu blauw en je lacht en je valt naar beneden. De lucht wordt groen en ik zie 10.000 vogels naar het raam vliegen. Zij veranderen in regendruppels en komen tegen het raam aan. Ik start mijn brommer en vlieg door de straat, ik kom een paard tegen met vleugels, het vliegt over mij heen en valt op de grond. Ik vlieg de huiskamer in en kom op bed terecht. De kamer is roze. Oranje bollen vliegen door de kamer heen. Ik probeer ze te pakken. De varkens springen nog steeds over heggen en mijn rode fiets is niet geel meer. Nu zie ik jou op de muur verschijnen, je schaduw vliegt van muur naar muur. Opeens ben je weg en ik hoor je roepen, ik versta het niet. Ik loop op het strand en ren de zee in. Er komt een auto aan varen, ik wil opzij maar de zee spoelt me verder. De auto is er niet meer. Er lopen honderden engeltjes over het water, engeltjes met witte jurkjes en blonde krulletjes. Ik roep naar ze. Ze kijken mij aan en vliegen weg. Ik zie mijzelf in zee liggen en wil mijzelf redden. Ik loop over water en de auto komt er weer aan. Ik stijg op en vlieg over de zee die rood wordt. Onder mij zie ik de engeltjes veranderen in duiveltjes. Ze vliegen om mij heen en verdwijnen in zee. De auto is weg. Ik vlieg terug naar het strand en ga liggen. Ik kijk naar boven en zie mijn niet meer rode fiets die nog steeds niet geel meer is. Ik stap op de fiets en rijd in de lucht. Ik trap en ik trap. De niet meer rode fiets wordt blauw. Ik fiets steeds verder op de blauwe fiets en kom in het weiland terecht. Tussen schapen in allerlei kleuren. Ik pak het schaakbord en vraag of ze mee willen doen. De gekleurde schapen gaan op de zwarte en witte vakjes staan. Ik kieper het bord om en ren weg. De schapen liggen ondersteboven en lossen op in het niets, ik zie alleen nog stoomwolkjes. Ik loop door de deur en ben thuis. Ik lig op bed en de oranje bollen zweven nog steeds. Ze veranderen in lichtgevend groen en ik probeer ze te pakken. Ik spring door de kamer maar krijg ze niet te pakken. Mijn handen gaan er dwars doorheen. Ik pak mijn schoenen en er komt water uit. Ik hou ze boven de asbak. De asbak vliegt door de kamer en ik vlieg er achteraan. Achter mij vliegen de roze spinnen. Ik vlieg nog harder en de roze spinnen halen mij in. Ik roep dat ze weg moeten en ik val op de grond en de spinnen tollen rond mijn hoofd. Ik stap op de blauwe fiets die niet meer rood of geel is en fiets hard weg om te ontkomen van de spinnen. Ik fiets en ik fiets tot mijn leven er vanaf hangt. Ik val in slaap. 24 uur later word ik wakker. En alles is weer normaal.
Tijd voor een biertje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten