vrijdag 19 februari 2010

Klein pindaatje

Zo noemt ze zichzelf: klein pindaatje.
De 1.60 haalt ze niet, het volume wel.
Man, wat komt daar een geluid uit.
Klein schreeuwlelijk pindaatje.
Met het geluid van drie misthoorns, misschien wel vier.
Oorverdovend.
De woorden zijn net zo oorverdovend.
Of eigenlijk: oorverziekend.
Als ze gaat schelden komen alle ziektes eruit.
Hoe die ziektes eruit zien weet ik niet.
Zij misschien ook niet.
Waar ze ze vandaan heeft zal denk ik aan de buurt liggen.
Midden in de Haagse Schilderswijk.
Daar woont ze.
Daar leeft ze.
Een verziekte buurt met verziekte mensen.
Daar word je niet vrolijk van.
Dus creƫerde ze een rot leven.
Vent op de bank.
Kinderen op de bank.
En zij de kost verdienen.
Dat stemt haar niet vrolijk.
En dus scheldt ze elke dag.
Omdat niemand goed is.
Eigenlijk is iedereen goed.
Dat weet ze wel.
Maar ze is jaloers.
En daarom scheldt ze.
Haar leven is waardeloos.
Met die vent op de bank.
En de kinderen op de bank.
En zij maken het geld op.
Nog voor het eind van de maand.
Oorverdovend en oorverziekend horen we haar weer aan.
Elke dag weer.
Elke dag weer is niemand goed.
Zal ze ooit beter worden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten